CryoMill

Maalbekers met schroefdop zijn stof- en luchtdicht, waardoor ze geschikt zijn voor droog, nat en cryogeen malen. Kies een maalbekergrootte tussen 5 ml en 50 ml die geschikt is voor het te verwerken monstervolume (ongeveer 30% van de beker moet worden gevuld met monstermateriaal).

Het document „Grinding jar ball charge“ geeft details over het bruikbare volume van de maalbekers, maximale voergrootte en correcte vulling met maalkogels voor droog en nat malen, evenals voor celverstoring.

Voor een efficiënte vermaling zijn de maalbekers in 4 verschillende materialen beschikbaar voor contaminatievrije maalprocessen (geen ongewenst slijtage). 

Beschikbare materialen:

• Gehard staal (dichtheid 7.6 g/cm³; hardheid ≤ 250 HB, gemiddelde slijtvastheid)
  meestal gebruikt voor het verpulveren van middelharde tot harde en brosse monsters.
  
  
• Roestvrij staal (dichtheid 7.7 g/cm³; hardheid ≤ 265 HB, gemiddelde slijtvastheid)
  meestal gebruikt voor het verpulveren van middelharde tot harde en brosse monsters.
  
  
• Zirkoniumoxide (dichtheid 6.05 g/cm³; hardheid 1250 HV, hoge slijtvastheid)
  keramisch materiaal geschikt voor het verpulveren van middelharde tot harde en vezelige monsters. Het wordt meestal gebruikt voor zware metaalvrije maalprocessen of toepassingen die gericht zijn op ultrafijne deeltjesgroottes.
  
  
• PTFE (dichtheid 2.1 g/cm³; shore hardheid ≥ 54, lage slijtvastheid)
  geschikt voor het verpulveren van zachte tot middelharde monstermaterialen, als de daaropvolgende analyse het gehalte aan zware metalen van het monster meet en schuring met zirkoniumoxide niet aanvaardbaar is.

Hou er rekening mee dat:

Het materiaal van het maalgereedschap moet harder zijn dan het monster. Raadpleeg voor meer informatie het document “Material Analyses of Equipment & Accessories” in de sectie Downloads.

Maalkogels zijn beschikbaar in verschillende diameters. De volgende vuistregel is van toepassing: voor een efficiënt maalproces moet de maalkogel minstens 3 keer groter zijn dan het grootste deeltje. Om slijtvastheid en slijtage te verminderen, moeten de maalkogels die in een maalproces worden gebruikt allemaal dezelfde diameter hebben. 

Het document „Grinding jar ball charge“ geeft details over het bruikbare volume van de maalbekers, maximale voergrootte en correcte vulling met maalkogels voor droog en nat malen, evenals voor celverstoring.

Maalbekers en maalkogels moeten altijd van hetzelfde materiaal zijn. 

Beschikbare materialen:

• Gehard staal (dichtheid 7.8 g/cm2; hardheid ≤ 235 HB, gemiddelde slijtvastheid)
  meestal gebruikt voor het verpulveren van middelharde tot harde en brosse monsters.
  
  
• Roestvrij staal (dichtheid 7.7 g/cm2; hardheid ≤ 245 HB, gemiddelde slijtvastheid)
  meestal gebruikt voor het verpulveren van middelharde tot harde en brosse monsters. 
  
  
• Zirkoniumoxide (dichtheid 6.05 g/cm2; hardheid 1250 HV, hoge slijtvastheid)
  keramisch materiaal geschikt voor het verpulveren van middelharde tot harde en vezelige monsters. Het wordt meestal gebruikt voor zware metaalvrije maalprocessen of toepassingen die gericht zijn op ultrafijne deeltjesgroottes. 
  
  
• PTFE (dichtheid 2.1 g/cm2; Shore hardheid D56, lage slijtvastheid)
  geschikt voor het verpulveren van zachte tot middelharde monstermaterialen, als de daaropvolgende analyse het gehalte aan zware metalen van het monster meet en schuring met zirkoniumoxide niet aanvaardbaar is.

Houd er rekening mee dat:

Het materiaal van het maalgereedschap moet harder zijn dan het monster. Raadpleeg voor meer informatie het document “Material Analyses of Equipment & Accessories” in de sectie Downloads.